Ons boekjaar
2023/24

De EOS-groep kon het hoge omzetniveau van het voorgaande jaar in alle operationele regio’s behouden of lichtjes verhogen, voornamelijk dankzij de sterke prestaties van de EOS-bedrijven wat betreft het afhandelen van vorderingenportefeuilles die in de afgelopen jaren zijn aangekocht. Met een aandeel van 41,9 procent blijft Oost-Europa de sterkst presterende regio binnen de EOS-groep. Vooral de bedrijven in Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Griekenland en Polen hebben aanzienlijke omzetstijgingen geboekt. De West-Europese EOS-bedrijven hebben samen 32,4 procent van de totale omzet over het boekjaar 2023/24 geboekt. Hier kende de omzet de sterkste groei (+ 6,9 procent) ten opzichte van de andere regio’s. Eén reden voor de positieve ontwikkeling was de succesvolle afhandeling van bestaande vorderingenportefeuilles, voornamelijk in Frankrijk. Het aandeel van de totale omzet in Duitsland, namelijk 25,5 procent, lag bijna even hoog als dat van het voorgaande jaar. Er werd een solide omzet gerealiseerd in de afhandeling van vorderingen, hoewel de concurrentiesituatie een uitdaging bleef, en het bedrijf heeft minder vorderingenportefeuilles aangekocht dan in 2022/23.

In het boekjaar 2023/24 heeft de EOS-groep in totaal 583,5 miljoen euro geïnvesteerd in de aankoop van zowel ongedekte als gedekte vorderingen en vastgoed. Dit is een aanzienlijke daling ten opzichte van de uitzonderlijk hoge investeringen van het voorgaande jaar. EOS kocht in het boekjaar 2023/24 de meeste NPL-portefeuilles op de West-Europese markt, met een investering van 238,6 miljoen euro. Er vonden grote transacties plaats in Frankrijk, België en Portugal. In Oost-Europa investeerde de EOS-groep 212,5 miljoen euro in vorderingenportefeuilles, voornamelijk op de Poolse, Griekse en Kroatische markten. In Duitsland bleef de markt uitdagend door de sterke concurrentiedruk. Hier investeerde de EOS-groep 132,2 miljoen euro in vorderingen en vastgoed.

^{Om boekhoudkundige redenen kunnen tabellen en tekst afrondingsverschillen bevatten.}

De boekwaarde van de portefeuilles aan het einde van het boekjaar bedroeg 2,7 miljard euro, een stijging van ongeveer 69,0 miljoen euro ten opzichte van het voorgaande jaar.

De waarde van de ongedekte vorderingen steeg met 91,4 miljoen euro ten opzichte van het voorgaande jaar, terwijl die van de gedekte portefeuilles en vastgoed lichtjes daalde met 22,4 miljoen euro. De West-Europese bedrijven hebben de hoogste boekwaarde voor de hele groep genoteerd en worden gevolgd door Oost-Europa en Duitsland.

^{Om boekhoudkundige redenen kunnen tabellen en tekst afrondingsverschillen bevatten.}